Als het grondwoord eindigt op een lange klinker die met één klinkerteken geschreven wordt, dan voegen we een klinkerteken toe in het verkleinwoord.
De lange /aa/, /ee/, /oo/ en /uu/ worden geschreven als aa, ee, oo, uu. De lange /ee/, geschreven als é, verliest het accent en wordt ee. De lange /ie/, geschreven als i, wordt ie.
oma – omaatje
café – cafeetje
taxi – taxietje
auto – autootje
paraplu – parapluutje
Als het grondwoord eindigt op een u (uitgesproken als /oe/) of een y (na een medeklinker en uitgesproken als /ie/), dan gebruiken we een apostrof in het verkleinwoord.
tiramisu – tiramisu’tje
baby – baby’tje
Maar geen apostrof in jockey – jockeytje.